vrijdag 31 januari 2014

Wilhelmina Frederika TINDAL

De Locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
02-09-1891
Beleediging van den Officier van Justitie.
Agenten voor bet Paleis van Justitie te Amsterdam; meer publiek dan gewoonlijk er buiten: extra-verslaggevers van de pers ; vele leden van de balie; een 'leunstoel voor de getuigenbank , dit alles kondigde iets bijzonders aan. lets bijzonders en, naar het bleek, iets treurigs. Want een beschaafde en ontwikkelde vrouw van goeden huize, die zich met gemak uitdrukt en weet te debatteeren, had zich te verantwoorden wegens het schrijven en verzenden van een brief aan mr. Looyen, officier van justitie aldaar in welken brief' hem werd toegevoegd dat hij het recht verkracht had, en geïnsinueerd dat hij ter wille van voordcelen een meer gefortuneerde had beschermd tegen de aanklacht van een rechtzoekende vrouw zonder fortuin. De beklaagde, die verklaart te zijn jonkvr. Wilhelmina Frederika Tindal, 40 jaar oud, echtgenoote van Freiherr von Barnekow, verschijnt voor de rechtbank in een eenvoudig doch smaakvol kostuum, met kleinen hoed en witte voile. Zij spreekt hoogst beschaafd, met ietwat Engelsch accent, en wordt door den waarnemenden voorzitter, mr. Van Goor' op de meest wellevende wijze bejegend. Op 11 Mei l.l. is door de bekl. een brief gericht aan mr. Looijen,welke brief ook later is afgedrukt ie een der bij Fortuijn verschenen boekjes Achter de Schermen, van welke boekjes ze  verklaart de schrijfster niet te zijn en ook niet te, kunnen ophelderen hoe die brief daarin is gekomen. In dezen brief beklaagt zij zich, dat er geen gevolg is gegeven aan haar in November  tegen den heer G. A. Heineken ingediende klacht, wegens het valschelijk plaatsen van haren naam op eene décharge voor door hem over haar vermogen gevoerd beheer. En zij verklaart daarin dat de officier, door niet aan hare klacht gevolg te geven, zij plicht verzaakt heeft, ter wille van een rijk man haar de zwakke vrouw, haar recht onthouden, gepoogd heeft haar over te halen tot het verrichten van eene strafbare daad om haar aldus onschadelijk te maken, en dit alles omdat het voorstaan van een rijk man hem meer  voordeel  kan aanbrengen dan zij hem ooit zou kunnen geven. Bij het verhoor door mr. Van Goor zegt bekl. dezen brief geschreven te hebben, na vergeefs alle wettelijke middelen om tot haar recht te komen te hebben uitgeput. Noch bij advocaten noch bij den officier, noch bij den minister van justitie beeft zij gehoor kunnen vinden. Door dezen brief hoopte zij den officier er toe te brengen, aan hare aanklacht gevolg te geven. Hem persoonlijk heeft zij niet willen beledigen, en zij heeft niet gedacht een strafbaar feit te plegen. Wel moet zij erkennen, geen gebruik te nebben gemaakt van het middel, door art. 33 wetboek  van  strafvord. toegestaan, nl. van zich bij de rechtbank te beklagen wegens het niet gevolg geven aan eene aanklacht door het openbaar officie. Zij wist dit niet, maar al bad zij bet geweten, zij zou er toch niets van verwacht hebben, omdat zij nergens gehoor vond. Mr. Van Goor: De rechtbank, mevrouw, geeft altijd gehoor, in welken zin of zij dan ook beslissen moge.
Nader ondervraagd, zegt zij, niet te weten dat er geen onderzoek op hare aanklacht gevolgd is zij maakte dit hieruit alleen op omdat zij er niets van hoorde En wat nu de hele … expressies betreft, zij had zich, als fatsoenlijke vrouw, liever niet van zulke uitdrukkingen bediend; maar ze waren ook niet tegen mr. Looyen , dien zij heelemaal niet kende, in het particulier gericht. Zij had er alleen hare innige overtuiging mee willen te kennen geven, dat de publieke opinie vaag de hoogere standen liever wenschte dat zij ongelijk zou krijgen dan de heer Heineken, en dal naar baar oordeel de rechterlijke macht, dus ook mr. Looyen, onder den druk Van deze stands-opinie handelde. Aan het aannemen van bepaalde beloningen had zij niet gedacht. Wat die strafbare daad betreft, waartoe volgens haar brief mr. Looien haar heeft willen forceeren; daarmee bedoelde zij het schrijven van den gesacrificeerde brief, waartoe zij immers door zijne houding bewogen is. Voorzitter. Dus u begreep wel dat het schrijven van dien brief een strafbare daad was ? En niettemin houdt u vol niet te hebben willen beleedigen ? Dat is immers niet logisch. Bekl. En toch moet ik blijven bij wat ik gezegd heb- Op eene vraag van den substituut-officier mr. Lulofs, zegt zij voorts, dat zij den brief alleen en uit eigen wil geschreven heeft, in tegenwoordigheid van niemand anders dan haar man. Het verhoor van drie getuigen d charge heeft alleen belang voor zoover het mr. Looyen geld. — de twee anderen blijken van het schrijven en verzenden van den brief niets te weten- Mr. Looyen verklaart, op de aanklacht van bekl. tegen den heer Heineken een onderzoek te hebben ingesteld, dat hem echter van bet onrechtmatige harer aanklacht overtuigde zoodat hij er geen verder gevolg aan heeft gegeven. Hij beeft daarvan bericht gezonden aan zijn ambtgenoot te 's-Hage, met verzoek bekl. daarvan in kennis te willen stellen en baar er tevens op te wijzen, dat zij zich door het indienen van valsche aanklachten op een gevaarlijken weg bevond. Hoe dit ter kennisse van bekl. is gekomen (zij zegt dat haar door een agent wel de waarschuwing, niet het bericht is gebracht), weet hij natuurlijk niet. Wat haren brief betreft, bij acht dien hoogst beleedigend in zijne hoedanigheid als ambtenaar. Heeft tot nu toe het gehoor van de bekl. den indruk gewekt, dat zij den brief heeft geschreven en opgesteld—dat  vernemen wij van haren echtgenoot  als getuige à décharge dat dit niet het geval is en zij heeft nageschreven volgens dictaat. Bekl. zegt nu ook dat dit zoo is, maar dat zij toch beeft gehandeld uit vrijen wil en onder instemming met wat haar gedicteerd werd. Op de vraag van mr. Van Goor aan den getuige, waarom hij dan dien brief niet maar zélf geschreven heeft, zegt hij dat hij meedeelde dat het den heer Heineken zeer zou spijten wanneer get. 's vrouw er achter kwam (d. i. achter de tralies) en veel pleizier doen als dit hem  ontkwam. In het eerste geval zou hij dus meer bedreigd zijn tot tce^eveo. Voorz. Lusge begreep dat die brief tot een vervolging zou leiden en hebt hem daarom door uwe vrouw doen schrijven? (tot bekl.) Had uw man u ook over dit mogelijke gevolg gesproken ? Bekl. Neen, dat beeft hij niet gedaan, Maar ik heb toch geheel vrijwillig gehandeld. Mr. Lulofs wijst in zijn requisitoir er op dat ondanks de verklaring van get.'s echtgenoot, zij niet als het willoos en dus straffeloos werktuig van dezen kan beschouwd worden, wat zij trouwens ook zelf ontkent. Voorts doet hij uitkomen dal de brief in quaestie onmiskenbaar hoogst beleedigend is voor de betrokken hooggeplaatste ambtenaar in diens functie en de bedoeling om te beleedigen alle duidelijk speekt, waar de …………..erde uitdrukkingen door een ontwikkeld persoon al bekl. gebezigd zijn. Spr. acht het feit hoogst ernstig en eischt een maand gevangenisstraf.

woensdag 29 januari 2014

Bruie TYNDALL

 Geboren te Gulpen, Limburg, Nederland: Bruie Tyndall op dinsdag 7 september 1830.


dinsdag 28 januari 2014

F.E.J.M.E. TYNDALL DE VEER

Francoise Emilie Jose[hine Marie Elisabeth Tyndall de Veer is de moeder van Lambertus Harmsen, geboren op maandag 18 augustus 1879 te Utrecht.
Zij is ook de moeder van  Henricus Zacharias Alexander Gutteling die op 7 juni 1906 te Utrecht in het huwelijk treedt met Hermina Catharina de Vries.

woensdag 22 januari 2014

Anna Maria van Maanen

Overleden Anna Maria van Maanen, weduwe van de heer J. de Veer in de ouderdom van 65 jaren en 5 maanden, Gorinchem 19 augustus 1811,

zondag 19 januari 2014

Zoon voor J. de Veer

Zoon in het gezin de Veer-Wilmers, 24 september 1802 te Amsterdam.
Justus Joannes de Veer en Hermanus de Veer
Justus Justuszoon de Veer, gedoopt 27-07-1768.

zaterdag 18 januari 2014

Dochter Geboren

Dochter geboren in het gezin de Veer - Wilmers, 9 januari 1705, Amsterdam.
Lodowina Elizabeth Johanna maria de Veer.

vrijdag 17 januari 2014

donderdag 16 januari 2014

Dochter de Veer

het gezin de Veer-Olie te Alkmaar  heeft er een dochter bijgekregen: 29 december 1824.

woensdag 15 januari 2014

dinsdag 14 januari 2014

Ondertrouwd en Getrouwd


Ondertrouwd, 8 12-1835 en getrouwd 29-12-1835:  Haarlem /Noordwijk: N.J. Steevens en E.J. de Veer.

maandag 13 januari 2014

Gezaghebber ad Interim

Benoemd
Benoemd tot Gezaghebber ad Interim van St. Eustatius en Saba is Johannes de Veer in de rang van majoor bij besluit van de Koning van 4 april 1837.

zondag 12 januari 2014

Huwelijken

Getrouwd te Batavia op 10 september 1837: P.B.J. de Veer met M.C. Brest van Kempen.

dinsdag 7 januari 2014

Tyndall, Familiewapen

Het familiewapen van de familie Tyndall.
Een compleet geschiedenisoverzicht van de Tyndall familie in Engeland treft u op WIKI.